Skip to content

Uitstelgedrag: ‘Wat morgen kan, kan ook vandaag…. toch?’

Uitstelgedrag, wie kent het niet? Vooruitschuiven, wegkijken en zeggen dat je het later wel doet. Maar je weet zelf eigenlijk ook wel dat het beter is om nu te beginnen…

Hoe komt het toch dat mensen zoveel uitstellen? In dit blog vertellen we over de verschillende typen ‘uitstellers’, waarom ze uitstellen en hoe we onszelf daarmee in de val lokken.


1. ‘De helper’

De helper is vaak erg druk en actief. ‘Nee’ zeggen is de grootste valkuil.
Eigen taken zijn onbelangrijk, de helper is liever aan het werk voor anderen.

Valkuilen:
  • Overal ‘ja’ op zeggen.
  • Alle taken voorrang geven, behalve je eigen taken.
Tips:
  • Maak een lijstje met prioriteiten en nummer ze van belangrijk naar minder belangrijk.
  • Maak een planning van je prioriteiten, eventueel met tijdstippen erbij.
  • Bedenk eerst voordat je ‘ja’ zegt tegen iemand: “Heb ik hier wel echt tijd voor en heeft dit
    voorrang op mijn eigen activiteiten?”

2. ‘De piekeraar of faalangstige’

De piekeraar start langzaam of helemaal niet aan taken. Dit komt door weinig zelfvertrouwen.
Als je niet begint, is er namelijk ook niks om onzeker over te zijn! De piekeraar is wel bereid om naar suggesties van anderen te luisteren, maar vindt het nemen van beslissingen ontzettend lastig. Bang om de verkeerde keuze te maken, bang om een fout te maken…

Valkuilen:
  • Teveel beren op de weg zien of negatief denken.
  • Te lang blijven hangen in het maken van keuzes.
Tips:
  • Streep de ‘minst goede’ keuzes weg van je lijst, zodat je maximaal twee mogelijkheden over
    houdt. Laat eventueel iemand anders voor jou kiezen als je er echt niet uit komt.
  • Maak een planning, maar ‘prop’ deze niet te vol. Zo heb je tijd om na te denken
    en kan je eventueel iets anders tussendoor doen. 
  • Deel grote opdrachten op in kleine stukjes. Zo lijkt het minder overweldigend en hoef je ook
    minder keuzes in één keer te maken.

3. ‘De dromer’

De dromer maakt plannen in zijn/haar hoofd en droomt vervolgens weg in eigen fantasieën. Dit maakt dat de uitvoering van de plannen blijft hangen. Extra hard werken is dan nodig om doelen te halen en plannen ook daadwerkelijk uit te werken.

Valkuilen:
  • Te veel in je hoofd zitten, wegdromen en hierdoor de tijd vergeten.
  • Niet willen plannen, omdat dit de fantasie beperkt.
Tips:
  • Schrijf plannen (kort) op papier. Hiermee voorkom je dat ze ‘verdwijnen in je hoofd’.
  • Werk samen met iemand die taakgericht is, dit maakt het makkelijker om aan de uitwerking toe te komen.
  • Maak een globale planning, waarin je alleen de grote lijnen uitzet. 

“Uitstelgedrag is menselijk en heeft iedereen. Je hoeft je er niet voor te schamen. Er zijn  verschillende redenen om werk uit te stellen.” 


4. ‘De uitdager’

De uitdager is gefocust op het maken van eigen beslissingen. Zelfstandigheid is een hoofdbegrip in zijn/haar woordenboek. Uitdagers houden er ook absoluut niet van als ze een planning moeten volgen die gemaakt is door andere mensen.

Valkuilen:
  • Vooral geïnteresseerd in eigen taken, dit kan lastig zijn in teamverband.
  • Werkt hard, maar toont minder inzet voor dingen waar hij/zij weinig aansluiting bij heeft.
Tips:
  • Probeer, indien mogelijk, je eigen planning te maken om zelfstandigheid te behouden.
  • Blijf je ook inzetten voor taken waar je minder aansluiting bij vindt. In elke taak zit wel iets wat uitdaagt of interesse wekt.

5. ‘De adrenalinezoeker’

De adrenalinezoeker werkt het liefst onder druk en heeft het idee dat hij/zij dan het beste presteert. Daarom wil de adrenalinezoeker het liefst zo dicht mogelijk bij de inleverdatum in de buurt komen. Een systematische aanpak werkt niet echt. De planning kan op papier staan, maar dat wil niet zeggen dat hier ook aan gehouden wordt.

Valkuilen: 
  • Het niet houden aan een planning. Dit zorgt onbewust voor minder overzicht en stress richting de deadline.
  • Door haastig werken in de laatste periode kunnen er belangrijke details of fouten over het hoofd gezien worden.
Tips:
  • Maak een to-do lijst of mindmap van datgene wat gedaan moet worden. Dit zorgt voor overzicht in één oogopslag. 
  • Bedenk uitdagingen die passen bij de taken. Zo kan je op speelse wijze toch richting een deadline werken.

6. ‘De perfectionist’

De perfectionist stelt hoge eisen aan zichzelf en wil een goed resultaat bereiken. Dit is een mooi streven, maar niet altijd mogelijk. Als het eindresultaat uiteindelijk niet voldoet aan de hoge eisen die eraan gesteld worden, levert de perfectionist het liever niet in.

Valkuilen:
  • Torenhoge eisen maken dat je overweldigd wordt door de moeilijkheid van de taak. Dit leidt vaak tot uitstel om aan de slag te gaan.
  • Het is lastig om binnen de tijdslimiet te voldoen aan de perfecte prestatie. Perfectie heeft immers tijd nodig. 😉

Tips:
  • Het kan voor perfectionisten helpen om een andere betekenis te geven aan ‘perfectie’: ‘Het best haalbare resultaat binnen een beperkte tijd’.
  • Zet een timer voor je werkzaamheden. Probeer daarna zo min mogelijk aan te passen aan je werk. Op deze manier ‘dwing’ je jezelf om minder perfectionistisch te zijn.

Algemene tips

Tot slot hebben we nog wat algemene tips voor je om uitstelgedrag te verminderen:

  • Filter onnodige prikkels weg uit je omgeving, deze zullen je alleen maar afleiden. Dit zijn vooral prikkels van radio, televisie en social media. Deze behandeling van uitstelgedrag heet ‘Cold Turkey’ en is bewezen het meest effectief te zijn.Er is een programma voor je computer/laptop dat ‘Cold Turkey’ heet. Als je die hebt geïnstalleerd, blokkeert het alle websites die je voor je studie niet nodig hebt. Probeer het eens uit!
  • Stop met jezelf tegenhouden, hoe erg je ook tegen de taak opkijkt. Door gewoon aan de slag te gaan, al zijn het maar 15 minuten met een timer, krijg je het gevoel van een begin maken onder de knie.
    En zo begin je de volgende keer
    makkelijker uit jezelf aan de taak. Beginnen kan je leren!
  • Hoe vager je doelen zijn, hoe makkelijker je ze uitstelt. Maak het dus concreet en verdeel je taken in realistische, kleine stappen. Zeg bijvoorbeeld niet: ‘Deze week ga ik leren voor Biologie’, maar:‘Aanstaande vrijdag ga ik van 14.00 tot 17.00 leren voor Biologie. Hiervoor koop ik de donderdag ervoor een nieuw schrift. Ik ga de stof doorlezen en een samenvatting schrijven van de eerste twee paragrafen van H1. Als Maarten binnen tijd die appt om te gamen of Lisa mij mee vraagt voor een drankje in de stad, zeg ik nee.’Door de dag ervoor al voorbereidend werk te doen, kan je het niet voor je uit schuiven met de smoes: ‘Oeps, ik ben vergeten een nieuw schrift te halen,’ of ‘Maarten en Lisa leiden mij af door met mij af te willen spreken.’ Door je werk en grenzen concreet te maken, weet je precies wat je te doen staat en wanneer je klaar bent met je taak.

We hopen jullie met dit blog bewust te maken van je eigen uitstelgedrag en waar dit vandaan kan komen. 

Welk type uitsteller(s) herken jij? Laat het ons weten!

Back To Top